top of page

Een project is een middel om totaliteitsonderwijs vorm te geven. De kerngedachte van totaliteitsonderwijs is dat niet de leerstof het kernpunt is, maar de leerlingen.  Projectonderwijs wordt gezien als een geheel van leeractiviteiten, waarbij het doel dat nagestreefd wordt als motief werkt. 

 

Bij projectonderwijs streven de kinderen naar een zelfgekozen doel. Als dat doel op eigen kracht, met coaching van de leraar, bereikt wordt, is het project geslaagd. Om het doel te bereiken kan een diversiteit aan leeractiviteiten nodig zijn. Projectonderwijs nodigt kinderen uit om al doende te leren. Projectonderwijs is levensecht leren, het staat los van de onderverdeling van de leerinhouden per leergebied, het is leergebiedoverschrijdend leren.

 

Om te kunnen starten met een project hebben de kinderen een doel nodig, iets wat ze samen willen verwezenlijken. Als je met een hele klasgroep aan hetzelfde project werkt, dan moet dat doel door elk lid van de groep gedragen worden. Het gezamenlijk doel vormt immers het motief om te leren. 

 

Het streefdoel van het project moet authentiek zijn. Als de leraar hier te veel bijstuurt dan gaat de potentiële kracht meteen van bij het begin verloren. Het project moet drijven op intrinsieke motivatie, op enthousiasme.  

 

Het projectdoel dat de kinderen zich stellen is te vergelijken zijn met ‘een wild plannetje’. Het moet uitdagend zijn en het verlangen oproepen om het te verwezenlijken. Na afloop van het project moeten kinderen hun grenzen verlegd hebben en vooral levensecht geleerd hebben.

 

In weze is een project een onderneming, via projecten creëren we veilige oefenmogelijkheden voor ondernemingszin. 

 

Bij het verwezenlijken van het projectdoel heeft de leraar een coachende rol, hij begeleidt en ondersteunt de groep, zonder echt zelf het voortouw te nemen. De leraar is procesbegeleider en faciliteert het leren. 

Projecten

bottom of page